Voorzitter Landschapsfonds | Burgemeester Arnoud Rodenburg

Burgemeester Arnoud Rodenburg begon in 1991 als raadslid en dagelijks bestuurder in Overschie. In 2002 werd hij de voorzitter van deze deelgemeente. In juli 2004 is hij in Midden-Delfland benoemd als burgemeester. In 2017 was hij de eerste voorzitter van het Landschapsfonds Hof van Delfland.

oprichting Landschapsfonds

Oprichting van het Landschapsfonds Hof van Delfland

De (oud) burgemeester zegt over Midden-Delfland, dat omsloten wordt door verstedelijkt gebied: ‘De steden Rotterdam, Delft en Den Haag zijn eigenlijk één gebied, waarvan Midden-Delfland het hart is. Samenwerking met de steden is het behoud voor Midden-Delfland. Het is een ongekende kracht.’ Juist dankzij die samenwerking kreeg Midden-Delfland eind 2017 als eerste in Nederland het predicaat Bijzonder Provinciaal Landschap. Hij is trots op het gebied. Op een vrij moment geniet hij er van om met zijn boot door het gebied te varen. Quote: ‘Als ik een favoriete plek moet noemen, dan kies ik zonder twijfel de Vlietlanden. Zo’n prachtig gebied met historische waarde.’

Bijzonder Provinciaal Landschap Midden-Delfland 

Naast de toekenning tot Bijzonder Provinciaal Landschap is Midden-Delfland ook een Cittaslow. Midden-Delfland is in 2008 uitgeroepen tot de eerste Cittaslow van Nederland en is daarmee de Cittaslow-hoofdstad van ons land. Cittaslow is het wereldwijde netwerk van gemeenten dat zich sterk maakt om de kwaliteit van leven te verbeteren. Het verbindt inmiddels al meer dan 275 gemeenten in 33 landen. Hij is trots op het netwerk. Quote: ‘We groeiden van pioniers in het Hollandse polderland tot een groep bewuste gemeenten die kwaliteit van leven centraal stelt. Cittaslow is voor ons een manier van leven. Waar in het verleden soms nog sceptisch werd gereageerd op het gedachtegoed van Cittaslow waarbij we bewust kiezen voor rust, ruimte, kwaliteit en authenticiteit, worden deze nu steeds breder onderschreven en ontstaat er waardering door de verassende eenvoud. Ook de steden om ons heen beseffen dat ons hoogwaardige open en groene ruimte steeds belangrijker is voor de stedelingen voor recreatie, kwaliteitsvoedsel en voor de leefbaarheid van de steden.’